Hoeveel geduld heeft rechtvaardigheid?

Drie achtereenvolgende dagen was er de afgelopen week nieuws over een mensenrechtenrechtszaak. Een Nederlandse rechter sprak zich uit over de verantwoordelijkheid voor Srebrenica. Een Surinaamse aanklager eiste twintig jaar tegen president Bouterse in het proces over de Decembermoorden. En vier Nigeriaanse weduwen spanden in Den Haag een zaak aan tegen Shell in verband met de Ogoni-moorden.

Wat hebben deze zaken gemeen?

Op de eerste plaats dat ze al lang lopen. De Decembermoorden dateren van 1982, de massamoord rond Srebrenica voltrok zich rond 11 juli 1995 en de executie van negen Ogoni-activisten in november van datzelfde jaar. Een tweede overeenkomst is dat in alle drie zaken niet zozeer de feiten als wel de vragen van verantwoordelijkheid centraal staan. De feiten van 8 december 1982 in Fort Zeelandia in Paramaribo zijn bekend: vijftien opponenten van het regime-Bouterse doodgeschoten. Net zo bekend is dat dat negen leden van de Ogoni-gemeenschap op 10 november 1995 werden opgehangen in de gevangenis van Port Harcourt. Hoeveel moslimmannen precies zijn vermoord na de val van de ‘beschermde enclave’ Srebrenica is nooit exact vastgesteld, maar algemeen wordt hun aantal nu op 8.400 gesteld.

Help Esther bij haar aanklacht